dinsdag, november 21, 2017

Blind voor het belang van het kind; de wet tegen de schijnerkenningen


Ter gelegenheid van de internationale dag van de rechten van het kind, vragen de Kinderrechtencommissaris, de Délégué général aux droits de l’enfant en Myria (het Federaal migratiecentrum) dat de wet tegen schijnerkenningen grondig herzien wordt.
DeWereldMorgen redactie
maandag 20 november 2017

Een wet van 19 september 2017 zal binnenkort de ambtenaar van de burgerlijke stand van een gemeente in staat stellen om de erkenning van een buitenechtelijk kind door zijn vader (of meemoeder) te weigeren, als die ambtenaar van mening is dat deze erkenning verblijfsfraude uitmaakt. Onder meer gaat het hier over de strijd tegen de erkenning van het vaderschap door Belgische mannen of wettig-verblijvende migranten, louter met als doel een verblijfsvergunning te verwerven voor de moeder. Volgens deze wet bestaat er “geen afstammingsband tussen het kind en de erkenner" wanneer "de intentie van de erkenner, kennelijk enkel gericht is op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel".
Een plaatselijke ambtenaar kan daarom besluiten dat een persoon niet de vader van een kind is als hij of zij uit “een geheel van omstandigheden" kan afleiden dat de betrokken persoon uitsluitend frauduleuze bedoelingen heeft, ook al is er een biologische band met het kind.
Daarnaast vereist de wet dat een hele reeks documenten, die soms moeilijk te verkrijgen zijn (zoals de geboorteaktes van beide vreemde ouders) vóór élke erkenning ingediend worden bij de gemeente. In het geval van een onderzoek naar schijnerkenning, uitgevoerd door de politie en het parket, kan de erkenningsprocedure tot 8 maanden duren, vanaf het moment waarop alle documenten zijn ingediend. Als de erkenning wordt geweigerd door de ambtenaar van de burgerlijke stand, is er geen specifiek en voor iedereen toegankelijk beroep mogelijk.
Een kind zal daarom vele maanden moeten wachten - of zelfs jaren in geval van een beroep voor de familierechtbank - voor er een beslissing valt of het al dan niet een officiële vader kan hebben, en dus mogelijks een verblijfsrecht via gezinshereniging. Ondertussen zijn de gevolgen voor het irregulier verblijf van het kind en zijn moeder ernstig: het ontbreken van sociale rechten voor het kind en zijn moeder (met uitzondering van dringende medische hulp) en met name het risico op verwijdering van het grondgebied. Eens het zover is, wordt het bijzonder moeilijk om de vaderlijke afstamming alsnog vast te laten stellen. En zonder vaderlijke verwantschap, zal ook geen alimentatierecht kunnen worden geëist en zal er ook geen erfrecht zijn.
De Kinderrechtencommissaris, de Délégué général aux droits de l’enfant en Myria vinden het belangrijk dat fraude bestreden wordt. Het is onaanvaardbaar dat kwaadwillige individuen misbruik maken van de kwetsbare situatie van migranten die zich in een precaire situatie bevinden.
Deze nieuwe wet dreigt echter zijn doel voorbij te schieten en tegelijk het belang van het kind en de grondrechten van de getroffenen ernstig te schenden. Het feit dat een kind gedeeltelijk of uitsluitend werd verwekt met het oog op het verkrijgen van een verblijfsrecht voor een van zijn ouders, vormt geen reden om zijn status als mens en zijn rechten te negeren.
Volgens het Internationaal Verdrag over de Rechten van het Kind heeft elk kind het recht om "onmiddellijk na de geboorte ingeschreven [te worden] en [heeft het] vanaf de geboorte het recht op een naam, het recht een nationaliteit te verwerven en, voor zover mogelijk, het recht zijn of haar ouders te kennen en door hen te worden verzorgd" (art. 7). Staten hebben ook de verplichting om "het recht van het kind zijn of haar identiteit te behouden, met inbegrip van nationaliteit, naam en familiebetrekkingen zoals wettelijk erkend" te respecteren (art. 8).
Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vereist "respect voor het privé-leven dat iedereen in staat is om de details van zijn identiteit als mens vast te stellen, inclusief zijn verwantschap" (Mennesson tegen Frankrijk, § 96). De nieuwe wet schaadt ondubbelzinnig het recht van het kind om, in principe, zijn dubbele afstamming te doen gelden, en om zijn afkomst zowel aan de kant van de moeder als aan de kant van de vader te kennen.
De Délégué général aux droits de l’enfant, de Kinderrechtencommissaris, en Myria, vragen dat deze wet herzien wordt om beter rekening te houden met het belang van het kind. Een erkenning vernietigen zou alleen in uitzonderlijke gevallen mogelijk mogen zijn en enkel door beslissing van een rechter die heeft vastgesteld dat zo’n vernietiging in het belang is van het kind.
Het is niet wenselijk zo’n beslissing over te laten aan gemeenteambtenaren die hiervoor maar beperkt zijn opgeleid en vaak overbelast zijn. In afwachting van de gevraagde herziening vragen wij dat alle betrokken partijen rekening houden met het belang van het kind, dat er in dit verband in principe in bestaat, zelfs in het geval van verblijfsfraude, afstamming bevestigd te zien, zowel aan de kant van de moeder als van de vader.

BRON

1 Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Gerechtelijk Wetboek, de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en het Consulair Wetboek met het oog op de strijd tegen de frauduleuze erkenning en houdende diverse bepalingen inzake het onderzoek naar het vaderschap, moederschap en meemoederschap, alsook inzake het schijnhuwelijk en de schijnwettelijke samenwoning(B.S., 4 oktober 2017).

Geen opmerkingen: